Gevangenen van kamp Erika in Ommen
NOS Nieuws

Namenlijst kamp Erika online, concentratiekamp dat werd vergeten en verzwegen

Wie waren de mannen die gevangen zaten in het bijna vergeten kamp Erika, in de bossen bij Ommen? En wat hebben ze daar meegemaakt? Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen er zo'n 7000 voornamelijk niet-Joodse mannen terecht in dit extreem gewelddadige Duitse concentratiekamp in Overijssel. Toch is de herinnering aan kamp Erika uit het collectieve geheugen verdwenen.

"Vrijwel niets herinnert hier meer aan de gruwelen die zich hier tijdens de oorlog hebben afgespeeld. Zelfs geen informatiebordje", zegt historicus en onderzoeksjournalist Hester den Boer. "Wie nu de sporen zoekt van kamp Erika komt terecht op een idyllisch gelegen vakantiepark in de bossen van Ommen."

Den Boer wil het kamp aan de vergetelheid ontrukken. Zij deed uitgebreid onderzoek naar kamp Erika en sprak met overlevenden. Ze is ook de drijvende kracht achter de website kamperika.nl, waarop vanaf vandaag een lijst beschikbaar is met 1500 namen van mannen die in de periode juni 1944 tot en met maart 1945 in het kamp hebben gezeten.

Nabestaanden kunnen hier nagaan of en wanneer hun familielid in kamp Erika is terechtgekomen. De namen komen uit het archief van het NIOD en zijn handmatig gedigitaliseerd. De lijst wordt in de loop van de tijd verder aangevuld.

Littekens

Den Boer kwam op het spoor van kamp Erika door haar opa, Jan den Boer. Ze had hem enkele jaren voor zijn dood gevraagd of ze hem mocht interviewen. In de familie was bekend dat hij aan het einde van de oorlog in kamp Westerbork had gezeten. Verder had hij nooit iets gezegd, maar ze voelde dat de oorlog littekens had achtergelaten.

Haar opa stemde eerst in met het interview, maar later belde hij haar huilend op. "Ik kan het niet." Pas na zijn dood in 2018 kwam ze er via kamp Westerbork achter dat haar opa daar nooit is geweest. Op een archiefkaartje stond bij zijn naam het haar onbekende 'kamp Erika' gekrabbeld.

Volgens Den Boer, die haar bevindingen beschreef in het vorig jaar verschenen boek Kamp Erika, kregen Nederlandse gevangenen hier tijdens de oorlog te maken met martelingen en extreem geweld door Nederlandse bewakers, soms met dodelijke afloop.

Uit de reacties die ze op haar onderzoek krijgt, blijkt dat haar opa niet de enige was die na de oorlog heeft gezwegen over kamp Erika. Veel mannen wilden niet spreken over hun traumatische ervaringen.

In deze video vertellen nabestaanden wat het kamp met hun vader heeft gedaan en welke invloed dat heeft gehad op hun eigen leven:

'Mijn vader is als een ander mens uit kamp Erika teruggekomen'

In kamp Erika komen tussen juni 1942 en april 1943 Nederlandse mannen terecht die veroordeeld zijn voor kleine economische delicten, zoals zwarthandel en illegaal slachten. Ze moeten dwangarbeid verrichten in de bossen en bij boeren. Hun bewakers zijn Nederlanders, in de meeste gevallen werklozen afkomstig uit het westen. Die worden door de Duitse leiding aangemoedigd zo hard mogelijk op te treden.

In deze periode komen ten minste 170 gevangenen om door uitputting, ziekte en zware mishandeling. "Gewoon slaan was niet genoeg", vertelt Den Boer. "De bewakers bedachten altijd iets om de vernedering zo groot mogelijk te maken. Sadistische spelletjes, uithongering, schoppen in de geslachtsdelen, dagenlange opsluiting in een lage bunker. Er was sprake van een geweldsspiraal."

Haar opa komt aan het einde van de oorlog in kamp Erika terecht vanwege het stelen van melk uit de melkfabriek. Kamp Erika is tegen die tijd een strafkamp, onder meer voor mensen uit het verzet en de onderduik. Er zijn ook Duitse bewakers bij gekomen. Mishandeling en vernedering zijn nog steeds aan de orde van de dag.

  • Thijs den Boer
    Jan den Boer
  • Thijs den Boer
    Jan den Boer op vakantie met zijn gezin in Ommen, jaren 50

Na de oorlog worden de kampbewakers berecht, maar de herinnering aan kamp Erika verdwijnt naar de achtergrond. "Er lag een taboe op kamp Erika", zegt Den Boer. "Veel mannen waren getraumatiseerd en hielden zich stil uit schaamte, omdat de gevangenen vaak werden gezien als 'criminelen' die hun straf verdiend hadden."

Ook in Ommen keek men liever niet terug. "Sommige Ommenaren hebben ook financieel geprofiteerd van het kamp. Zoals de aannemer die de barakken bouwde, de bakker die het brood leverde en boeren die goedkope arbeidskrachten kregen. De voormalige Nederlandse kampcommandant Lodewijk Diepgrond en ook andere oud-kampbewakers kwamen na hun vrijlating in Ommen wonen. In die kleine gemeenschap moesten ze ook samen weer verder."

Jan den Boer zocht na de oorlog Ommen toch weer op. Er zijn foto's waarop hij met zijn gezin in Ommen kampeert, vlak bij de plek waar het allemaal is gebeurd. "En toch wist zijn vrouw van niets. Dat is heel gek, maar ik heb zulke verhalen vaker gehoord."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl